pers

Thomas Blondeau over Nest, Cobra.be, 13-09-'10

Hoe ontgroen je een tienermoeder?
De Nederlandse Sanneke Van Hassel schrijft met 'Nest' een hartverscheurende roman over ‘ons soort mensen’. Een recensie van Thomas Blondeau.<!--more-->
Soms is een uitgebeende verteltrant een negatieve keuze van een schrijver met een beperkt stilistisch vermogen. Soms is het een bewijs van uitmuntendheid. Zoals blijkt uit het nieuwe boek van Sanneke van Hassel.

Ons soort mensen. Dan denk je aan het gezin Van Wees. Al zullen ze het niet netjes vinden om een dergelijke uitdrukking in de mond te nemen. Vader is een poenige advocaat die pronkt met zijn ‘niet lullen, maar poetsen’-afkomst. Hij tennist, gaat een beetje vreemd. Heeft natuurlijk in Leiden gestudeerd. Je gaat er gewoon van uit dat hij bij een studentenvereniging zat waar mensen in driedelig pak lopen. Daarvoor gaat je toch naar Nederlands oudste universiteit?

Moeder zit bij een stichting die aan goede werken doet, houdt van tuinieren en staat open voor alternatieve levenswijzen. Dochter Malou zit op hockey. Dochter Julia is de dromerige van het stel. Ze wonen in een goede wijk. Er worden wel eens grapjes gemaakt om er een slagboom voor te zetten en tol te heffen. Deze mensen redden zichzelf wel.

En dan wordt scholier Julia zwanger. Vader wil er niet over lullen maar poetsen. ‘Zie jij jezelf hier met een baby zitten, terwijl Julia in Leiden uit alle macht probeert iets van haar studie te maken?’ zegt hij tegen zijn tegensputterende vrouw. ‘Op de sociëteit zullen ze het prima vinden, een moedertje dat ontgroend wordt, dat een leuk dispuut moet vinden. Populair onderwerp voor tijdens de borrel, dat zal ze worden, meer niet.’

Schrijfster Sanneke van Hassel zet het gezin neer in korte, doeltreffende zinnen. De roman Nest is in een stijl geschreven die in recensies van haar twee verhalenbundels ‘economisch’ wordt genoemd. Nu hebben sommige schrijvers er een handje van weg om alle adjectieven, bijzinnen en meerlettergrepige woorden te censureren. Dit in een poging tot directheid die echter vaak verzandt in gortdroog, saai proza. Zo niet bij Van Hassel. Ongewone gedachten, poëtische schetsen en geconcentreerde beschrijvingen voorkomen verveling. Ze vertelt met de snelheid van Leon de Winter maar verliest niets aan verbeeldingskracht.

Ieder hoofdstuk wordt vanuit het perspectief van een personage verteld maar Julia komt pas in het laatste, werkelijk hartverscheurende hoofdstuk aan bod. Een simpele, efficiënte manier van spanning opbouwen.

Doordat de roman geen grammetje overtollig vet heeft en de personages in snelle streken zijn geportretteerd, boet de roman soms wat in aan originaliteit. Een adellijke familie in Zwitserland, een behulpzame dokter op leeftijd, een puber met een gitaar. Maar dat kun je de auteur maar gedeeltelijk euvel duiden. Ze heeft het per slot van rekening over mensen die graag in een bepaald plaatje passen. Met de juiste bloemen in de tuin, het gepaste tijdverdrijf en inderdaad, de studie in Leiden. Ons soort mensen die een leven hebben dat in het plaatje past. En alles wat buiten het plaatje valt, daar schrijft Van Hassel tegelijk vol mededogen en mededogenloos over. Pijnlijk spul, dat doet verlangen naar meer.


ook te lezen op COBRA.be


gerelateerd:
Nest, roman, 2010
 

< vorige